“En, en, en hoe was het op de markt, druk?” vraagt mijn Opa tussen neus en lippen door. Hij was heel vaak te vinden op de markt, op zoek naar heerlijke vis, pepers of oer-Hollandse erwtensoep. Maar helaas was dat alweer lang geleden. Zijn laatste jaren waren niet altijd de makkelijkste omdat hij problemen kreeg bij het lopen. De markt was voor hem een leuk uitje vanwege de vele kramen maar vooral vanwege de vele nationaliteiten en allerlei rommeltjes die daar te vinden waren.
“Ja het was erg druk” zei ik, al nadenkend wat ik hem nog meer kon vertellen zonder dat zijn heimwee voor de markt zou opspelen.
“Ik heb geen nieuwe kramen gezien maar zag wel de viskraam waar je altijd naar toe ging”.
Opa ging met zijn hoofd naar voren, niet zozeer omdat hij mijn verhaal interessant vond maar omdat hij zoals gewoonlijk zijn gehoorapparaat ergens had laten liggen.
“En, en, hoe verder” zei hij. Ik glimlachte en verzon ter plekke dat zijn vaste viskraam nog steeds dezelfde vis verkocht als toentertijd opa naar de markt ging.
“Lho, zei hij. Hoe dan? dat is toch lang geleden. De pepesan wordt toch bau amies(*) met die oude vis”
* bau amies is vissengeur